Greet Lambrecht: 'Zelf zaden telen hangt samen met kringlopen sluiten”, zegt Greet. 'Wanneer je de cyclus van zaad tot zaad sluit op het veld, kan je selecteren op het ideale gewas. Door de zaadteelt op ons bedrijf te integreren, produceren we groenten die afgestemd zijn op de specifieke kenmerken van de grond, het klimaat en onze eigen bedrijfspraktijk.'
'Een plant is niet enkel het resultaat van zijn genen, maar staat steeds in interactie met zijn omgeving.'
De Mechelse blauwgroene winterprei
Zo heeft Greet een prei ontwikkeld die optimaal aangepast is aan het bedrijf. 'De Mechelse blauwgroene winterprei, selectie Akelei, is nu officieel erkend en dus mogen we het zaad - in beperkte mate - op de markt brengen', legt ze uit. Greet selecteerde haar prei op basis van criteria zoals de overgang van schacht naar wortelplateau (wat maakt dat je de prei sneller kan schoonmaken), soortelijk gewicht en winterhardheid. 'Op vrij korte tijd zijn we erin geslaagd om vooruitgang te boeken voor deze eigenschappen.'
Maar bij deze selectiecriteria stopt het niet volgens Greet. 'Een plant is niet alleen het resultaat van zijn genen, maar staat altijd in interactie met zijn omgeving, zijn bodem en de omstandigheden van het seizoen. Ook daarin ontwikkelt hij zich. Een selectie met zaadvaste rassen laat toe om robuuste rassen te telen, die een minimum aan externe input nodig hebben.'
Bijna geen bemesting
Dit is alleen mogelijk in de bredere landbouwpraktijk zoals die wordt toegepast op de Akelei en andere biobedrijven. Door het systeem van vruchtwisseling en het gebruik van groenbemesters wordt een buffer van voedingsstoffen opgebouwd, zodat de prei bijna geen bemesting nodig heeft. 'Voor deze prei hoeven we jaarlijks slechts 20 kg stikstof per hectare bladbemesting toe te voegen, tegenover zo’n 400 kg stikstof als gangbare hoeveelheid', vertelt Johan. 'De Akelei-prei is ook geselecteerd op ziektetolerantie. De meeste ziekten kan je beperkt terugvinden, maar de populatie weet er mee om te gaan. We verliezen niet aan rendabiliteit.'
Uiteraard hebben ze op de Akelei niet op alle problemen een antwoord. Soms kunnen ze niet anders dan bestrijdingsmiddelen gebruiken, maar die zijn wel biologisch en worden in zeer kleine mate gebruikt. 'In het insectenleven zijn er vaak verschuivingen', vertelt Johan, 'zo is de mineervlieg de laatste jaren teruggekomen. Hiertegen is Tracer, een insecticide afkomstig van micro-organismen, op dit moment helaas de enige oplossing. We zoeken verder om hier een antwoord op te bieden.'
'De Akelei-prei is ook geselecteerd op ziektetolerantie. De meeste ziekten kan je beperkt terugvinden, maar de populatie weet er mee om te gaan. We verliezen niet aan rendabiliteit.'
Netwerk Zelf Zaden Telen
Gelukkig kunnen ze rekenen op de steun van een netwerk van collega’s die met eigen zaadteelt bezig zijn. Het netwerk is ontstaan in 1995 uit een samenwerking van tuinders die al langer bezig zijn met de instandhouding van eigen rassen. 'In het Netwerk Zelf Zaden Telen delen we ervaringen over eigen selecties met andere collega’s, zegt Greet. 'De werkgroep biedt ook ruimte voor experiment en praktijkgerichte ondersteuning.'
Uiteraard spelen de zaadhuizen een belangrijke rol, ook voor de Akelei. 'Voor sommige teelten, zoals suikermaïs, spruitkool en spinazie, kopen we ons zaaigoed bij één van de biologische zaadhuizen. Voor spinazie hebben we enkele jaren terug geëxperimenteerd met zaadvaste rassen, maar door aantasting met wolf, een type valse meeldauw, viel er weinig te oogsten. Een uitgebreider aanbod zaadvaste rassen die tegen een stootje kunnen, is een grote uitdaging voor de toekomst.'