De naam Vlinderveld verwijst naar de bezoekers van de samentuin die wanneer ze komen oogsten van plant tot plant gaan. Je ziet het zo voor je. Toen Vlinderveld een nieuwe boer of boerin zocht voor de teelt en verzorging van de planten, was Davy nog deeltijds IT’er met een grote passie voor landbouw. Hij had al een opleiding gevolgd bij het Nationaal Agrarisch Centrum en verdeelde zelf groentepakketten. Hij zag het potentieel van Vlinderveld en waagde de sprong, omdat hij sterk gelooft in een voedselvoorziening gedragen door de gemeenschap.
Regelmatig geholpen door vrijwilligers, teelt en verzorgt Davy de groenten van Vlinderveld, die leden dan komen oogsten. Volgens het CSA-principe (Community shared agriculture, red.). betalen de leden voor een jaar oogst, waardoor de boer een zeker inkomen heeft. Ze kunnen dan op elk moment van het jaar groenten komen oogsten.
Samen met Davy trekken we naar de serres, die zijn ingedeeld volgens het ‘market garden’-principe. Davy: “Ik werk op smalle bedden van zo’n 80 cm. Zo kan ik heel intensief telen, met handtools of een kleine tractor, en kan de consument tussen de plantenbedden wandelen zoals bij een moestuin. Omdat het permanente bedden zijn en ik weinig kerend werk (zonder te ploegen, red.), blijft het bodemleven zoveel mogelijk intact. Ik bedek de bodem met gewassen of een groenbemester om ze te beschermen.”
“Sommige plukkers weten al dat er door de biologische compost wel eens een oesterzwammen tussen de frambozen groeien. Zij zijn er snel bij!”
Blijvend balanceren
Door de verscheidenheid aan groenten – meer dan 80 soorten doorheen het jaar – blijft er voldoende keuze als een oogst mislukt. Misoogsten probeert Davy te voorkomen door zo natuurlijk mogelijk te telen en geen insecticiden en herbiciden te gebruiken. Zo krijgen de natuurlijke vijanden alle kansen om zich voor te planten. Hij helpt de natuur in de serres graag een handje door bijvoorbeeld roofmijten uit te zetten in de komkommers en aubergines.
Biologisch werken brengt naast veel voordelen ook wat nadelen met zich mee. Davy geeft aan dat het een voortdurend leerproces is. “De balans is nog niet helemaal klaar. Tijdens mijn eerste jaar had ik veel last van de koolvlieg. De kooloogst was grotendeels mislukt. Toen heb ik geleerd netten te leggen, zowel voor insecten als om vogels en wild tegen te houden.”
Om de balans in evenwicht te krijgen, is biodiversiteit belangrijk. Zo is er een inheemse heg die dient als windbreker, als habitat voor biodiversiteit, als mulchmateriaal én als hulpmiddel tegen uitdroging.
Davy startte met het beplanten van een kwart van zijn 1,3 hectare. Nu is dat al driekwart. “In het eerste jaar was het overleven en proberen zoveel mogelijk groenten te telen. Nu zie je een verschuiving naar meer diepgang. Zoals het aanplanten van fruitbomen. Ik probeer een beetje aan agro-forestry (afwisseling van bomen met andere landbouwgewassen, red.) te doen. Ik probeer ook elementen van permacultuur (ecosysteem dat zichzelf in stand houdt, red.) te implementeren zodat het systeem zichzelf versterkt. En ik maak meer tijd voor bodemzorg.”
Boeren doe je niet alleen
Mensen kunnen naast groenten oogsten ook komen helpen op het veld. “Elke eerste en derde zondag komen de leden helpen op het veld. In de namiddag helpen ze met planten, wieden of een serre verplaatsen. Er zijn soms wel twintig mensen die komen helpen, soms ook maar vier. Maar we verzetten altijd veel werk.“
Een groep jongeren van Windkracht Zemst helpt elke maandag: “Het is een manier voor de jongeren om nuttig bezig te zijn, terwijl er ook veel gelachen wordt.” Ook scholen komen langs op de boerderij, waar Davy educatie voorziet. Daarnaast krijgt Davy hulp van een aantal seizoenswerkers.
Het Vlinderveld bestaat dankzij de hulp van De Landgenoten. Davy: “De organisatie koopt land vrij van speculatie, dus ik hoef me geen zorgen te maken. As ik biologisch blijf en geen rare dingen doe mag ik hier blijven tot het einde van mijn carrière. Ook de leden van Vlinderveld hebben zekerheid, want als ik stop, zoeken De Landgenoten een andere boer.”
“Ik heb nu meer hulp dan vroeger. Leden, scholen, jongeren, maar ook enkele seizoensarbeiders maken het mogelijk biologisch te werken”
Ook al gaat het nu goed met de Vlinderveld, Davy heeft nog een aantal ambities voor de toekomst. Hij zou graag nog meer mensen willen trekken voor de zelfoogst. Momenteel heeft Vlinderveld 160 leden, maar Davy streeft naar 200. Door meer leden kan hij andere afzetkanalen verder afbouwen en zich meer concentreren op de teelten. Hij streeft ook naar meer inclusie en meer educatieve activiteiten op zijn boerderij.
Davy’s voornaamste advies aan tuiniers die ecologischer willen werken is … onkruid wieden! “Omdat we biologisch zijn, kunnen we enkel mechanisch het onkruid verwijderen. Dit vraagt veel tijd, maar we worden elk jaar beter. Je moet eigenlijk al cultiveren als je het onkruid nog niet ziet. Ook irrigatie mag je niet over het hoofd zien, zeker met onze droge zomers. Bodemzorg en bodemleven staat op de eerste plaats. Ik zeg altijd: wij voeden de bodem en de bodem voedt de plant.”
Het oogstseizoen start op 1 mei en loopt tot 30 april. Wil je meer weten over het zelfoogstconcept of een van de infosessies van Vlinderveld bijwonen? Dan kan je hier terecht.
Op dit moment loopt er een crowdfunding voor een stuk dat Davy pacht en dat De Landgenoten aankoopt. Mensen kunnen door een aandeel te kopen bij De Landgenoten mede-eigenaar worden van de grond.
Met dank aan Kjell de Mulder en Joanne den Toom voor dit interview