Het Vlaamse stikstofbeleid: wij zien het anders

Artikel doelgroep
Publicatiedatum
Afbeelding
Afbeelding
Stikstofdossier
Inleiding

De ambitie zit goed, maar de voorgestelde aanpak van het stikstofprobleem in Vlaanderen zit op het verkeerde spoor. In ons bezwaarschrift onderbouwen we waarom de Programmatorische Aanpak Stikstof (PAS) te weinig garanties biedt voor een stikstofarme toekomst en rechtszekerheid voor de landbouwer.

Op 17 juni liep het openbaar onderzoek af rond de stikstofplannen van de Vlaamse regering. Het stikstofplan vertrekt vanuit de draagkracht van natuur die afgebakend is in ‘habitats’ die de lidstaten via EU regelgeving moeten ‘instandhouden’ via instandhoudingsdoelstellingen. Omdat de hoge depositie aan stikstof veel schade aanricht aan natuur, is het noodzakelijk om de stikstofuitstoot snel en drastisch te verminderen. Ook vanuit gezondheidsoogpunt moet de stikstofuitstoot snel naar beneden.

Waar de huidige PAS sectorbrede en technologische maatregelen naar voor schuift zonder rekening te houden met de aard van het bedrijf (of het nu om grote megastallen gaat dan wel om een klein tot middelgroot familiaal bedrijf), wil VA dat men nu de kans aangrijpt om bedrijven te heroriënteren naar afbouw of naar een bedrijfsvoering in evenwicht met de natuur en de omgeving.

Willen we het stikstofprobleem ten gronde aanpakken, moeten we de oorzaken aanpakken: de invoer van veevoeders en het gebruik van kunstmeststoffen. We importeren jaarlijks 227,2 kiloton stikstof, of tweederde van ons verbruik. Het is hoog tijd om na te denken over welk soort veeteelt we in Vlaanderen kunnen ontplooien binnen de draagkracht van onze ecosystemen en de veerkracht van boeren en boerinnen. Dat betekent een bedrijfsvoering zonder (of met beperkte) netto stikstofimport en het sluiten van nutriëntensystemen. Ook onderzoek naar de mate waarin plaats- en grondgebonden landbouwpraktijken bijdragen tot de oplossing voor het ontspoorde stikstofprobleem is meer dan nodig.

Wij pleiten voor een langetermijnaanpak waarin circulariteit en grondgebonden veeteelt de norm is 

De maatregelen over stikstofbeheer moeten worden afgestemd met alle betrokken beleidsdomeinen (omgeving, landbouw, gezondheid, handel ...) en met de bestaande richtlijnen en wetgeving zoals de kaderrichtlijn Water, de nitraatrichtlijn en Farm 2 Fork.

Zijn de technologische maatregelen duurzaam?

De technologie waar voluit op wordt ingezet in het ontwerp-PAS zijn luchtwassers en ammoniakemissie-arme stallen. Zij dragen minder bij aan de reductie van stikstof dan gedacht, verplaatsen vooral het stikstofprobleem en houden geen rekening met de andere ecologische en maatschappelijke uitdagingen waar de landbouw in Vlaanderen voor staat.

Biologische luchtwassers verslinden liters water: 260 tot 490 liter per kilogram afgevangen ammoniak. Een slechte zaak in tijden van toenemende droogte. En wat met het stikstofrijke afvalwater? Bovendien werken luchtwassers alleen in hermetisch gesloten stallen. Vanuit dierenwelzijn is dit onmogelijk te verdedigen, omdat dieren zo hun natuurlijke gedrag niet kunnen ontplooien. Bovendien bleken uit een praktijktest 32 van de 52 gecontroleerde luchtwassers niet naar behoren te werken.

Luchtwassers vragen om hermetisch gesloten stallen. Dat is onverenigbaar met dierenwelzijn

Bij ammoniakemissie-arme stallen stoten we op twee grote problemen: ten eerste neemt het aantal dieren per m² neemt toe - om de zeer dure investering rendabel te maken en daarnaast komen landbouwers opnieuw in een lock-in terecht: het kost miljoenen euro’s om zo’n stal te bouwen, dus de volgende dertig jaar zitten landbouwers vast aan zo’n stal. Ook hier wordt het probleem verplaatst: de stikstof verdwijnt minder via de lucht, maar de concentratie in de mest neemt toe.

Het stikstofplan heeft volgens Voedsel Anders nood aan:

1. erkenning van agro-ecologische maatregelen

Volgens de PAS moeten bedrijven met ammoniakemissie-arme stallen en/of luchtwassers geen bijkomende stikstofreductie aantonen. Bedrijven die ervoor kiezen om agro-ecologisch en/of biologisch te werk te gaan of die te klein zijn om te investeren in deze dure technologieën, moeten aantonen dat ze 60% minder stikstof uitstoten. Enkel biologische bedrijven met een impactscore lager dan 1% zijn vrijgesteld van deze maatregel. Het cynische van deze aanpak is dat de kleinere agro-ecologische of grotere biologische bedrijven, die niet aan de oorzaak liggen van dit stikstofprobleem, de tol betalen. Ze worden richting schaalvergroting gedreven. 

Het voorgestelde beleid drijft kleinere familiale en agro-ecologische bedrijven richting schaalvergroting

Het beoordelingskader van de PAS-lijst moet zo zijn opgevat dat het niet enkel toepasbaar is voor dure technologieën, maar ook voor andere (agro-ecologische) maatregelen, zoals de inrichting van het landschap, de aankleding van de buitenloop van een stal, de uitbouw van een grondgebonden veeteelt of het gebruik van bepaalde natuurlijke mineralen (zoals zeoliet) om ammoniak of stikstof te binden.

2. systeemgerichte oplossingen

De te nemen maatregelen moeten zinvol zijn vanuit een systeemaanpak en gelinkt zijn aan andere uitdagingen zoals die rond nitraat, ammoniak, enterische emissies, biodiversiteitsverlies en klimaatverandering. In Vlaanderen is er omwille van de vele beperkingen (verstedelijking, biodiversiteitsverlies, versnippering, verdroging, eutrofiëring, gezondheid omwonenden, …) geen plaats voor nog meer intensivering in de landbouw. Zowel vanuit ecologisch, gezondheids- als welzijnsoogpunt is een landbouw gebaseerd op agro-ecologische principes nodig. Bedrijven die agro-ecologische en/of biologische principes hanteren, en geen externe stikstof in het systeem brengen, moeten om die reden vrijgesteld worden van de regel om 60% stikstofemissie-reductie te realiseren binnen hun bedrijf.

3. toekomstgericht onderzoek

Tenslotte is bijkomend toekomstgericht systeemonderzoek nodig waarbij gedurende lange tijd verschillende types van veehouderij vergeleken worden naar milieu-impact. Daarvoor moeten we niet enkel kijken naar ammoniak-emissies, maar naar algehele stikstof-efficiëntie, broeikasgasemissies (inclusief in rekening brengen van impact van invoer van voeders en andere inputs), klimaatadaptatie (bijvoorbeeld door boslandbouw), biodiversiteit, …

 

Lees hier het bezwaarschrift.