Waarom De Landgenoten landbouwgrond al 10 jaar tot gemeenschappelijk goed maakt

Artikel doelgroep
Publicatiedatum
Afbeelding
Afbeelding
De Landgenoten maakt al 10 jaar lang landbouwgrond tot gemeenschappelijk goed
Inleiding

Eind april blies De Landgenoten tien kaarsjes uit. Dat werd niet enkel gevierd met taart, maar ook met een pittig debat over (publieke) landbouwgrond. 45% van Vlaanderen bestaat uit landbouwgrond. Wat we met die grond doen, maakt dus enorm veel uit.

Hoe geven we ruimte aan de boeren en boerinnen van morgen? Die vraag zorgde er in 2014 voor dat een groep gemotiveerde burgers en landbouwers naar het voorbeeld van gelijkaardige bewegingen in Wallonië en Frankrijk, een coöperatie en een stichting oprichtten. Niet minder dan 17 organisaties en boerderijen zoals Landwijzer, BioForum, Hefboom, Natuurpunt, Bond Beter Leefmilieu, Widar en de Kollebloem steunden die start. Sindsdien koopt De Landgenoten landbouwgrond aan met de financiële steun van vele burgers in heel Vlaanderen. Deze grond wordt definitief bestemd voor biologische landbouw.

Tien jaar later is deze vraag relevanter dan ooit. Het aantal actieve boeren en boerinnen is gedaald en zij die er nog staan, voelen de financiële druk toenemen. Kunnen we in de toekomst nog wel rekenen op boeren en boerinnen om ons voedsel te produceren?

 

Boerenbevolking

Rond 1900 was bijna een kwart van de Belgische bevolking in de landbouw actief. In 2015 was dat aantal al tot onder de 1% gezonken.

Dat er zoveel boeren en boerinnen stoppen, heeft natuurlijk verschillende redenen. Lage lonen is er één van. Ondanks het feit dat boerderijen veel groter zijn geworden, verdienen landbouwers over het algemeen niet veel. In heel Europa verdient een boer of boerin gemiddeld slechts 40% van het salaris van een werknemer. Dit verschilt natuurlijk per sector en land. 

Een andere reden is vergrijzing. Een groot deel van de landbouwers is ouder dan 55 jaar, terwijl het aantal landbouwers onder de 35 klein is. Daarbovenop heeft slechts een kleine minderheid van de 50-plussers een opvolger. En dat terwijl er wél een groeiende interesse is in landbouwwerk: velen voelen zich aangetrokken door een fysieke job in de buitenlucht en de connectie met de natuur. 

De Landgenoten maken al 10 jaar lang landbouwgrond tot gemeenschappelijk goed
© Lien Wevers

 

Maar de grote drempel is de toegang tot land, vooral voor mensen die niet uit een boerenfamilie komen. Momenteel kunnen (nieuwe) boeren en boerinnen enkel grond verwerven via pacht of via aankoop. Maar dat wordt steeds moeilijker. Enerzijds willen grondeigenaren hun grond niet langer verpachten, omdat ze dan het gevoel krijgen dat ze niets meer over hun grond te zeggen hebben. Anderzijds zijn de grondprijzen enorm gestegen. Per hectare betaalde je in 2023 gemiddeld €66.000. Dat maakt het voor nieuwe boeren en boerinnen vrijwel onmogelijk om land te verwerven. 

 

Privé vs publiek

Botst privaat grondbezit stilaan met onze maatschappelijke belangen? Hoe kunnen we als gemeenschap grond toegankelijk houden voor landbouwers? Welke ideeën over het gebruik van publieke landbouwgrond helpen onze maatschappij vooruit?

Het zijn slechts enkele vragen waarover experten Tine De Moor (hoogleraar collectieve actie in historisch perspectief), Cathérine Fierens (Leefmilieu Brussel), Fien Vansevenant (onderzoekster), Koen Trappeniers (VLM, diensthoofd grondzaken), Maarten Cools (bioboer CSA De Goedinge) en moderator Dirk Holemans (Oikos) zich tijdens het verjaardagsdebat van De Landgenoten in De Vooruit bogen.

De landgenoten vierden hun 10-jarig bestaan met een verjaardagsdebat in De Vooruit
Experten Tine De Moor, Maarten Cools, Koen Trappeniers, Fien Vansevenant en Cathérine Fierens tijdens het verjaardagsdebat van De Landgenoten © Martin Corlazzoli

 

Een van de levendigste discussiepunten was: welke rol kunnen overheden spelen bij organisaties die zich inzetten voor biolandbouw en toegang tot landbouwgrond voor bioboeren en boerinnen? Daarover verschilden alvast de meningen van Cathérine en Koen. Koen zag, als vertegenwoordiger van de Vlaamse Landmaatschappij, een instelling die onder de bevoegdheid van de minister van Omgeving valt, samenwerkingen met coöperaties en bioboeren en boerinnen zeker zitten: "Maar we moeten neutraal blijven en geen enkele organisatie bevoordelen." 

"Als overheid kun je niet neutraal zijn in de richting waarin je als beleid wilt gaan."
- Cathérine Fierens (Leefmilieu Brussel)

Daar was Cathérine als beleidsmaker van Leefmilieu Brussel het niet mee eens. "Je kunt niet neutraal zijn in de richting waarin je als beleid wilt gaan", legde ze uit, wijzend naar hoe Wallonië en Europa kijken naar biologische landbouw.

 

Toekomst

De toekomst van ons voedsel hangt deels af van oplossingen voor de problemen rond toegang tot grond. De Landgenoten kijkt daarvoor niet alleen naar burgers, maar ook naar beleidsmakers. De laatste jaren worden publieke grondeigenaren daarom ook steeds vaker als bondgenoten gezien om bioboeren en boerinnen zekerheid te bieden. Kijk maar naar steden als Leuven en Gent. Zij lanceerden al initiatieven om hun gronden te laten beheren door landbouwers met innovatieve en maatschappelijk waardevolle landbouwprojecten. 

Met voortdurende inspanningen en nieuwe samenwerkingen, waaronder die met publieke grondeigenaren, wil De Landgenoten de komende tien jaar bioboeren en boerinnen steunen en bijdragen aan een duurzamer Vlaanderen. Want wat we doen met de 45% van Vlaanderen die uit landbouwgrond bestaat, is van onschatbare waarde, en De Landgenoten zet zich in om die waarde voor iedereen te behouden.

De Landgenoten blies in april tien kaarsjes uit
© Martin Corlazzoli