Ruben Vanholme, werknemer bij het Vlaams Instituut voor Biotechnologie, reageerde zowel in Mo* als in Vilt met onvolledige argumenten en verzwijgt ook een aantal belangrijke feiten. Wie stuurt hier desinformatie de wereld in? We lichten een en ander nader toe.
- Het klopt niet dat bij nieuwe gentechnieken "de veranderingen in het DNA dezelfde zijn als die spontaan in de natuur en op de akker kunnen gebeuren" en ze verschillen wel degelijk van klassieke veredeling. Spontane mutaties komen nooit zo massaal voor als de aanpassingen die worden aangebracht via gentechnieken. Sommige soorten kunnen in de natuur helemaal niet kruisen. Voorzichtigheid is geboden wanneer kenmerken via genen in planten worden ingebouwd die er via natuurlijke weg niet in zouden kunnen komen.
- Vanholme legt grote nadruk op de precisie van nieuwe gentechnieken. Wetenschappers wijzen er echter op dat vooral bij de CRISPR-techniek zich tal van onbedoelde wijzigingen kunnen voordoen op locaties in het genoom die normaal gezien goed zijn afgeschermd voor mutaties. Over die wijzigingen is nog geen wetenschappelijke informatie beschikbaar en daarom moet het voorzorgsprincipe toegepast worden.
- Ggo-regelgeving zou achterhaald zijn omdat ze dateert van vóór de opkomst van nieuwe gentechnieken. De suggestie wordt gewekt dat die enkel van toepassing was op transgenese (inbrengen van soortenvreemd DNA). De ggo-wetgeving is echter evengoed van toepassing op cisgenese (inbrengen van DNA van de eigen soort). Bovendien oordeelde het Europese Hof van Justitie in 2018 dat ngt-gewassen wel degelijk onder de ggo-regelgeving moeten blijven vallen.
- Er wordt verwezen naar het Europese Agentschap voor voedselveiligheid (EFSA) dat zou oordelen dat ngt-gewassen even veilig zijn als conventioneel veredelde planten. Het Franse voedselagentschap (ANSES) pleit echter voor een beoordeling geval per geval van ngt-planten om hun veiligheid te evalueren en een uitgebreid monitoringschema om de langetermijneffecten van ngt-gewassen te volgen.
- Het klopt niet dat "ggo’s zelden gekoppeld zijn aan pesticiden". Als we kijken naar het totale volume aan ggo’s die tot nu toe op de markt is gebracht, wereldwijd, een groot aandeel daarvan herbicidetolerant is.
- In tegenstelling tot wat Vanholme beweert, richten wij ons niet op de verkeerde instantie inzake de patentenkwesties. Ngo’s houden zich al jaren bezig om (ten behoeve van boeren en consumenten) patenten aan te vechten bij het European Patent Office (EPO). Het is duidelijk dat het Europees Octrooi Verdrag zou moeten veranderen. Wat de EU-instanties echter wél kunnen doen, is besluiten dat gepatenteerde gewassen geen ngt-1 status krijgen (lees: gedereguleerd worden). Momenteel wordt de Europese richtlijn inzake patenten op planten- en dierenrassen zo geïnterpreteerd door het EPO dat ze ondertussen al verschillende patenten hebben verleend op planteneigenschappen, ook al zijn die niet verkregen via genetische manipulatie. En dat willen we veranderen.
- De looptijd van een patent (20 jaar) is, in tegenstelling tot wat Vanholme insinueert, niet verwaarloosbaar, maar in termen van plantenveredeling, die zo snel evolueert, juist ontzettend lang.
- In tegenstelling tot wat er geïnsinueerd wordt, weten wij uiteraard dat kwekersrecht en patenten niet hetzelfde zijn. Het zijn twee verschillende manieren waarop eigendomsrechten op zaden worden vastgelegd. De evolutie van het kwekersrecht roept ook vragen op, maar vooral de patenten op gewassen baren zorgen. We weten dat niet alleen multinationals, maar ook professionele veredelaars op beide terugvallen om hun werk te “beschermen”. Maar het zijn vooral de multinationals die de lobby hebben gevoerd om patenten op zaden mogelijk te maken in 1998. Daarnaast zijn er ook veel onderzoekers bij instellingen als het VIB, waar Ruben Vanholme werkzaam is, die patenthouders zijn op "uitvindingen” die betrekking hebben op nieuwe gentechnologie en de producten ervan. Het is prima dat Vanholme zelf stelt persoonlijk tegen patenten op zaden te zijn, maar het was beter geweest als hij ook de lobbycampagne van zijn eigen instituut (VIB) even verduidelijkt had in deze kwestie. Zo richtte een aantal VIB-medewerkers de lobby-groep “EU SAGE” op om vóór deregulering van ngt’s te pleiten. Tijdens de consultatieronde over het voorstel van de Europese Commissie pleitte deze lobby-groep ervoor om de veiligheidschecks af te schaffen, maar voerde géén actieve lobby om ervoor te zorgen dat ngt-zaden niet gepatenteerd raken. Een uitgebreid onderzoek naar de belangenconflicten van deze "onderzoeker-lobbyisten" vind je hier.
- Er is een maatschappelijk debat nodig over hoe we het beste de biodiversiteit in stand houden en innovatie stimuleren. Patenten (en kwekersrecht) mogen onder het mom van "billijke vergoeding" voor de zadenindustrie de free flow van plantgenetisch materiaal, dat erfgoed is van de mensheid, niet onmogelijk maken. Wij pleiten voor bescherming van de rechten van boeren en erkenning van de belangrijke rol die boeren en lokale gemeenschappen spelen die hun zaden zelf vermeerderen en selecteren op het veld.
De argumenten van Ruben Vanholme nemen de grootste bezwaren van de Vlaamse ondertekenaars bij het huidige voorstel over deregulering van ngt-gewassen niet weg. De hamvraag blijft voor ons of ngt- gewassen ook moeten vallen onder de strikte Europese wetgeving voor klassieke ggo’s of niet. Samen met heel wat wetenschappers vinden wij van wel.